Lieve introvert.
Natuurlijk hou ik van je. Van je weloverwogen reactie, die je niet meteen hebt geroepen om vervolgens een half uur nodig te hebben om je reactie bij te stellen, zoals ik. Je reageert op een opmerking van gister, je hebt daar over nagedacht. Per saldo is dat ook een stuk efficiënter dan de extraverte aanpak die bestaat uit direct reageren, daarna bijstellen, er eventueel later op terugkomen. “Ik ben van gedachten veranderd,” kun je een extravert regelmatig horen zeggen, zonder enige toelichting of onderbouwing. Wat dat betreft kan de extravert van jou leren. Denk na voordat je iets roept.
Ik weet inmiddels ook, dat als jullie stil in een hoekje zitten, dat nog niet meteen betekent dat je misnoegd bent. Het kan betekenen dat je even aan de zijlijn wilt zitten, omdat je al het gehoorde en ervarene op je in wilt laten werken, omdat je geen zin hebt om te praten. Je zoekt je zône, je hebt dat nodig. Maar dat hoeft dus niet. En daar zit het venijn. Het kan ook zijn dat je wél misnoegd bent. Het totaal oneens bent met van alles, dat je bozig zit te broeden op iets, niemand weet wat. In beide gevallen ziet het beeld er hetzelfde uit. Jij, de introvert, rustig in een hoek zittend met een kop koffie of een glas wijn. De boel gadeslaant. De rest van het gezelschap is aan het discussiëren over van alles. Je luistert doch doet er het zwijgen toe. Ja, soms maak je een opmerking, die inhoudelijk niet eens zoveel voorstelt, maar omdat je zo weinig zegt, slaat de opmerking per definitie in als een bom. Op zich een goede strategie, dat zwijgen en in een hoek met een pokerface te zitten observeren, ook daar zou de extravert een voorbeeld aan kunnen nemen. Hoewel, dat heeft geen nut. We kunnen dat niet.
Dat onleesbare van je, is knap irritant. Je denkt zelf dat je prima leesbaar bent, ik heb dat al vaak gemerkt. “Je ziet toch dat ik homo ben?” “ Je merkt toch wel dat ik het niet leuk vond.” Hóe dan. Doordat je i.p.v. tien woorden vijf woorden zei? Dat deed je gister ook, en toen was je naar eigen zeggen gewoon moe. Als ik er naar vraag, omdat ik niet ins blauwe hineins wil interpreteren (want als ik dat verkeerd doe, zijn de rapen pas echt gaar), vind je dat waarschijnlijk te direct. Je kruipt nog dieper in je schulp, of, ook een veel voorkomende reactie, je glimlacht. Een kort, onleesbaar glimlachje. Lach je omdat je me grappig vindt, lach je omdat je me dom vindt, lach je omdat je niet zo snel weet hoe je anders moet reageren, een soort coping-mechanistisch lachje? Het is een lachje waaruit ik concludeer dat je er het jouwe van denkt. Maar wát denk je? Het is ook niet uitgesloten dat je ongezouten mening er een dag later uitkomt, zo scherp en efficiënt dat je als extravert een week lang moet bijkomen. Want schiet je eenmaal, dan schiet je raak. Dat glimlachje kan een tikkende tijdbom zijn. Als extravert zit je met de handen in het haar. Doodeng, die lachjes en knikjes. Reageer toch gewoon, dan hebben we het erover, desnoods maken we ruzie, maar dan is het weer opgehelderd. Maar nee. Zo werk je niet.
Los daarvan. Ik weet dat als je iets zegt, je dat ook meent. Als je zegt dat je van me houdt, zeg je dat niet zomaar, vanwege een oppervlakkig gevoel dat naar liefde zweemt, op een zwoele zomeravond als eigenlijk iedereen van elkaar houdt, maar omdat er écht liefde is. Ook weet ik hoe intens je van dingen kunt genieten. Het is overigens een misverstand dat wij extraverten dat niet kunnen, net zo goed als het een misverstand is dat ‘stille wateren diepe gronden hebben’. Vaak blijken er helemaal geen gronden te zijn. Je zult me in deze brief mogelijk aanvallend vinden, maar weet dat ik de nuance aan jou overlaat. Daar ben je goed in. Het is misschien sowieso beter ‘iets te laten bezinken’ (je favoriete zin) dan meteen te reageren. Okay, toch een nuance, ook de introvert heb je in vele varianten. In oestervorm, wat mij betreft de lastigste. Hij zegt niets en stelt zijn hart niet open. Overigens heb je dat laatste eveneens in extraverte vorm. Die zeggen juist heel veel, ze gebruiken taal als rookgordijn voor hun potdichte hart. Maar je hebt ook de introvert in open varianten, die best bereid is het hart open te stellen, alleen moet hij/zij eerst even nadenken hoe. Heel goed van jullie, want daardoor zul je in theorie minder snel op je hart getrapt worden. We kunnen jullie al met al niet missen, in deze samenleving.
Ik zal jullie nu laten. Ik weet inmiddels dat dat moet. Jullie willen op adem komen, even alleen zijn, tijd voor jezelf, om daarna mogelijk weer keihard terug te komen. Dat is goed. Ga maar boven zitten met je boek, je glas wijn en je kaars. Ik hou van jullie. En dat meen ik.
Liefs,
Maria
Een link die al het bovenstaande ontkracht: https://www.psychologytoday.com/us/blog/the-gen-y-guide/201710/the-majority-people-are-not-introverts-or-extroverts
info: jurk, Zilch, foto in Zweden door Esther van Willigen