jurkenkast
We hadden vroeger een docente, ‘de Jong’ hetende, die feministische uitlatingen deed. Zoals: “ ‘Vrouw bakt, man klust.’ is een fout cliché.” Het zou ons vasthouden in bepaalde rolpatronen, waar wij vrouwen niet om hadden gevraagd. Zelf was ze ook een beetje een cliché. Ze had kort haar en meestal een soort overall aan, ze woonde al tich jaar samen met een vrouw. Ze zag er uit als prototype klusser, die ‘s zaterdag de klopboor ter hand nam om de boekenplanken te maken. Ze deed haar achternaam eer aan, vermoedden we. Maar je praatte daar begin jaren ‘90 nog niet zo openlijk over.
Ik heb net mijn taart af, de kinderen zitten in de keuken. Boven is de Reisgenoot een jurkenkast aan het monteren, tezamen met zijn vriend PJ, die vroega bouwkunde heeft gedaan. Daar ben ik eerlijk gezegd blij om, want de Reisgenoot is zo beroepsgedeformeerd dat hij alles als een acteur aanpakt. Gaat naar de Gamma voor een roede, komt terug met een bezemsteel.
Het gaat goed, daarboven. Er klinken buurman-de-buurmangeluiden. “Geef me eens een 3 mm?” (er volgen boorklanken) en even later: “Nou, die krijg je er nooit meer af.” “Nee, die krijgen ze er niet meer af.” Geen idee wie ‘ze’ zijn. Ik breng koffie en taart naar boven, want de jurkenroede die ze aan het monteren zijn, begint er aardig onverwoestbaar uit te zien. Het is in feite lief, wat ze doen.
‘Vrouw bakt, man klust.’ Wat een heerlijk, vredig cliché.
Foto, filmpje en jurkenkast: Bart Leenders