Bij de foto. Overhemd: D’Etoiles Casiopé, onverwoestbaar en onkreukbaar, duurzaam en op kleine schaal geproduceerd. Verkrijgbaar bij Livstores, Twijnstraat 41 Utrecht. Een wit overhemd is een basic in je kledingkast. Dit is een Alphablouse!
Waarom ik Bèta’s lief heb en haat
Je kunt de wereld grofweg verdelen in twee kampen: de Alpha’s en de Bèta’s. Ik heb lang geleden besloten dat ik bij het kamp der Alpha’s hoor. Het moet in VWO 2 geweest zijn. 3x + 2y, lazer toch op, dacht ik. Ik heb de passer en de geodriehoek over mijn rug gegooid en besloot wiskunde en alles wat zweemt naar sommen zodra het kon de rug toe te keren.
Ik sloot me aan bij het leger van taligen, van verbandenleggers en zinzoekers. Van, zoals mijn bètavriendin Sofie zegt: ‘de speculanten’. Sofie is full member van het Bètakamp. Ze is gepromoveerd in kunstmatige intelligentie. Ze heeft voor haar promotie een verlangensmachine uitgevonden. Ooit heb ik haar gevraagd hoe die machine dan werkt. Ze zuchtte vermoeid, zoals een leraar bij een kind dat je iets niet aan het verstand gepeuterd krijgt. “Als mensen iets willen, proberen ze die wil om te zetten in daden.” doceerde ze geduldig. “Hebben we honger, dan zetten we de wens van eten om in daden en regelen voedsel. Zijn we verliefd, dan willen we seks en dan doen we alles om bij elkaar in bed te belanden. In verlangen en de wens tot uitvoering van dat verlangen, zit een wetmatigheid. En dus kun je er een machine van maken.” ”Hoe dan?” vroeg ik nog. Ze plakte een papier op de muur schreef met een stift een paar getallen op, schetste lijnen, pijlen, er kwamen letters, berekeningen, formules, tot-de-machten, het hele papier werd al voller, terwijl Sofie maar doorging met uitleggen. De magiër aan het werk. Ik snapte er geen bal van. Daarom zeg ik altijd in de kroeg: “Sofie heeft een verlangensmachine uitgevonden.” Want ik ben er heel trots op dat mijn vriendin een van de hoge magiërs is in het genootschap der bèta’s. Ik heb een diep ontzag en een nog dieper minderwaardigheidscomplex als het om Bèta’s gaat. Ik snap werkelijk geen fuck van wat ze allemaal doen. Bèta’s horen bij de besloten loge der tovenaars, ik hoor daar niet bij. Soms slingert er een ‘Binas’ bij ons in het huis, een soort basisboek met onbegrijpelijke toverformules voor Bèta’s. Hij is van mijn zoon, want die is ook al aan het toetreden tot het genootschap. Het zijn wizards die geheime regels kennen waarmee ze vanalles kunnen bezweren en tot stand kunnen brengen. Doodeng, eigenlijk, die Bèta’s.
Laat ik toch eenmalig mijn bewondering hier op de blog voor Bèta’s uitspreken. Ik zag de documentaire Apollo 11, over de landing op de maan. Ongeveer 1000 bèta’s (wiskundigen, natuurkundigen, scheikundigen, sterrenkundigen, de hele tovenaarssantekraam) hebben met zijn allen zitten rekenen hoe die raket gebouwd moet worden, de temperatuur van de hitte van de dampkring, hoe en wanneer het raketschild eraf zou moeten vallen, hoe hij moet landen, hoe op de maan vervolgens via de lucht deel 1 en deel 2 weer verenigd konden worden, en daarna moet de bus weer terug, de dampkring in, om exact op een bepaalde plek in de oceaan te landen. Vind ik dus knap. En behalve knap ook een staaltje van samenwerking tussen de verschillende betadisciplines.
Wat je er aan hebt, is natuurlijk de vraag. De landing op de maan was ter bevrediging van nieuwsgierigheid, de raketten veroorzaken een hoop afval in de dampkring. En wij (De Alpha’s en de rest) hebben nu niet meer de illusie dat we kunnen dansen op de maan en dat er leven is op Pluto. Soms slaan de beta`s door. Ze denken dat ze met hun sommen aan kunnen tonen dat God niet bestaat, maar sommen en berekeningen hebben volgens mij niets met God te maken. Je kunt niet alles aantonen, het meeste zelfs niet. God is geen wiskundesom of een pleister om wetenschappelijke gaten mee te dichten, geloof is een keuze om op een metafysische manier in het leven te staan. Voor doorwinterde bèta’s is er nauwelijks tot geen ruimte voor mysterie.
Wat die Bèta’s ook hebben gedaan: de autoombom uitvinden. De bom heeft weliswaar een oorlog beëindigd, maar tegen de hoge prijs van veel dood en verderf. Ze vonden de kogel uit, de telefoon en de gloeilamp. De wereld zou er echt anders uitzien zonder de sommen van de bèta’s. Of neem Bach. Zijn muziek (kijk naar de fuga’s) zit met een wiskundige precisie in elkaar. Statistici, neurologen, microbiologen, nanobioliogen, scheikundigen, filosofen, de spoorboekjesmakers van de NS, ze horen allemaal bij de unie der betawizards. En je hebt zwarte en witte magiërs.
Anna en ik horen overduidelijk niet bij het betagilde. Wij zijn Alpha’s, en die hebben geen Binas of iets in die richting, die rommelen maar wat aan in het leven. Alpha’s werken met de symboliek der mythen of de archeologie van ideeën. Voorbeeldje: Toen ik 44 werd, zei ik enthousiast tegen Anna en Sofie : “Mooi, he. 44, het getal van de volheid. 12 x 12. “Ja, gaaf, het getal van de volheid!” , riep Anna verheugd. “Dat moeten we vieren!” Ze begon meteen een appgroep aan te maken, voor een spontaan bedacht ‘Feest der Volheid.’ Maar Sofie zei: “Hu, ‘44 = 12 x 12 en daarmee het getal van de volheid? Wat is dit voor onzin?” Anna en ik keken elkaar beschaamd aan. “Oja, 144, is dat geloof ik,” mompelde ik zacht. “Je moet niet altijd de pret bederven, met je sommen,” zei Anna. “En voor mij is 44 toch het getal van de volheid. Het feest gaat door.” “Pff” deed Sofie, terwijl ze haar hakken uitgooide. Ze prikte in haar taartje. Een beter voorbeeld van de scheiding der kampen is er niet. De een gelooft in de feiten, de ander in het mysterie, al is dat soms aantoonbaar niet waar.