Over een paar dagen ben ik 46. Juist de afgelopen week ging ik langs bij Zuylenstede. Daar bezoek ik drie eeuwelingen, de oudste leden van de Protestantse kerk in Utrecht . Ik wil ze vragen of ze het eerste nummer van PUP wilden krijgen, het blad dat we aan het oprichten zijn. We zijn het namelijk een beetje vergeten, maar de oude mensen van nu, zijn wel de bouwers van vroeger. We hebben veel aan ze te danken.
De oudste is 105. “U bent de oudste van de kerk,” zeg ik. “Dat lijkt me logisch, want ik ben de oudste van de stad,” vult ze aan. Niet dat ze onvriendelijk is, ze is aardig, vrolijk, maar vooral rustig. Bij haar bed staat het portret van haar man, naar het hoofdkussen toegekeerd. Het is een vergeeld portret. In een uitreiking heeft ze niet zoveel zin, ze kijkt liever uit het raam. Daar overziet ze de hele stad Utrecht. Met een kijker zou je op de Domtoren kunnen zien hoe laat het is.
105 jaar geleden, in 1913, verging de Zeppelin. De eerste wereldoorlog begon een jaar later. De mode voor dames was lang, geen minirokken. De roring twenties duurden van haar zevende tot haar zeventiende, precies op die leeftijd was ik in de jaren ’80. Bij haar was het Greta Garbo, bij mij Madonna.
Nu zit de oude dame voor het raam en kijkt. Ze ziet de seizoenen over de stad trekken, de wind, de regens. Veel zegt ze niet meer. Op een gegeven moment ben je uitgepraat. En uitgeluisterd, want alle eeuwelingen zijn hardhorend. Je hebt de oorlog meegemaakt, een tijd vol angst, verdwijningen en vijanden. De sixties vertonen naar mijn idee overeenkomsten met de twenties, maar is dat echt zo? Kabinetten komen, kabinetten vallen.
Ruim een eeuw later, zit je hoog boven Utrecht, en komt er plotseling een blaag van 45 vragen of je het eerste nummer van een nieuw tijdschrift in ontvangst wilt nemen. Je bent stram. Je korte-termijngeheugen werkt niet altijd even goed meer, je hoofd heeft al een leven vol herinneringen, het werkgeheugen raakt vol. Toen jij 45 was, moest je keihard werken om het land op te bouwen, dat moreel en materieel aan de grond zat. Misschien wil je wel mee naar die uitreiking, om het kind van 45 een plezier te doen, maar die hele heisa erom heen, en dan de stramme benen, laat maar.
Ik ga een verdieping lager, naar de 102 jarige. “Kom toch binnen,” zegt ze. Het bakje van haar rollator ligt vol met vanalles, er bungelen tasjes en mascottes aan de zijkanten. Zij en ik zijn allebei mens in deze tijd. We zijn dichtbij, maar ook mijlenver van elkaar verwijderd. De eeuwelingen lijken in een Zentoestand te komen, het worden een soort monniken die alles met een zachtheid en mildheid bezien. Zicht en geluid komen minder hard binnen. De humor houden ze. “ De burgemeester heb ik hier ook al regelmatig over de vloer gehad, “ vertelt de 102-jarige lachend. Ze verhaalt al snel van haar moeder, die overleden is op haar 24’ste aan de vliegende tering. “Binnen een paar weken was ze dood.” Ik zie een foto van een prachtige jonge vrouw, grote ogen, een mooie lange jurk en een blije baby op schoot. De baby is nu 102 en ze lacht om het leven. “Ik zei pas nog tegen de dokter: als ik jonger was geweest, zou ik smoorverliefd op u worden.”
De 100-jarige woont vrijwel zelfstandig. Er staat een volle boekenkast, een open geslagen boek ligt op tafel. “Het gaat mij er om dat ik goed bij mijn verstand blijf, “ Ze zegt dat ze niet veel meer naar de kerk gaat, maar dat is niet erg, zeg ik. “Wie wel.” Ze wil graag het eerste nummer van PUP in ontvangst nemen. Ik zal haar vragen: “Wat is hetzelfde gebleven, de afgelopen 100 jaar?” Ze zegt dat ze na moet denken over deze vraag. We nemen afscheid.
Ik voel rust, bescheidenheid en ik zie ook dat het allemaal meevalt in het leven. Het verval, waar ik zo bang voor ben, is er eigenlijk niet echt. Er is alleen voorbijgang. Alles komt, bloeit en bestendigt. En komt opnieuw, en maakt lawaai en passeert. Voor alles zal een tijd zijn. Ik ben nu nog in de fase dat ik lawaai maak. Maar als ik oud ben, zal ik daar waarschijnlijk helemaal geen zin meer in hebben. Doe toch kalm. Morgen gaat de zon weer gewoon op, al eeuwen lang. Altijd al.
Info: foto achter Centraal Museum/ Nicolaikerk, Tom Schoemaker. Jurk, Steps. Lancering PUP, 7 maart .