Grande Dame
Sofie woont in het centrum van Utrecht, in een prachtig hoekpandje waar vroeger een slagerij in zat. We zitten buiten op het bankje in de zon. De zon in september is de heerlijkste zon van het jaar. Tegenover Sofie is een meiden-studentenhuis, zoiets als onze vroegere ‘Hunkerbunker’ waar Sofie en ik met nog een stuk of vijf vriendinnen woonden. “Altijd drama,” zegt Sofie. ’s Nachts huilen ze bij mij uit op dit bankje. Alle mannen zijn klootzakken. Zo vermoeiend.” Ik herinner Sofie er fijntjes aan hoe vaak zij niet op mijn kamer heeft zitten huilepuilen, en nog steeds, terwijl ze nu 45 is. We krijgen bijna ruzie. Tot in de verte de Grande Dame nadert.
Grijs wapperend haar, een prachtige lichtblauwe jurk. Ze loopt langzaam maar recht, met een mooi versierde stok met een gouden knop. “Ik wil ook zo’n stok,” zeg ik nog tegen Sofie. “Ze is al bijna honderd,” fluistert Sofie. De dame komt recht op ons toegelopen. “Heerlijk he meisjes, dat zonnetje,” zegt ze. We knikken. “Is het zo rustig in de winkel? “ vervolgt ze. Voor ik iets kan zeggen, antwoordt Sofie, opstaand, “Ja, weinig klanten vandaag. Ik denk dat iedereen lekker aan het wandelen is.” De dame knikt. “Het vaste recept,” zegt ze gedecideerd, “100 gram plokworst.” “Natuurlijk,” zegt Sofie beleefd, “Zoals u wilt.” Ze loopt naar binnen en haalt een stukje worst uit de koelkast. “Graag een stukje papier er omheen,” zegt de oude dame. Sofie doet er een papiertje omheen. De vrouw kijkt om zich heen. “De winkel is wel erg veranderd hoor,” zegt ze, “Met dat bed aan de zijkant. Is dat iets moderns?” Sofie zegt dat ze mee moet gaan met de tijd, anders blijven de klanten weg. De dame knikt. “Goedemiddag nog samen! Geniet nog maar lekker hoor! ’t Is toch rustig!” Sofie bedankt vriendelijk. “Tot ziens mevrouw De Graaf!” En daar gaat de grande dame weer. Langzaam, met haar stok. In haar handtas het stukje worst.
Sofie komt weer naast me zitten, ze heeft twee bier meegenomen. “Komt zeker drie keer per week. Ze is in de war,” legt ze uit. En ze vertelt hoe ze aan het begin probeerde uit te leggen dat de slagerij hier niet meer is, al twintig jaar niet meer. Maar dat ze toen zag hoe de oude dame in paniek raakte. Dat ze nu het spel maar meespeelt en altijd worst in huis heeft voor als mevrouw De Graaf weer komt. En dat je kunt lachen met mevrouw De Graaf, ze heeft humor.
In de verte zie ik de waaiende lichtblauwe jurk van de oude dame. Dan verdwijnt ze om de hoek. Statig, met klasse. Was deze act bedrog? Nee. Het is respect.