Mari Kondo?
Ik ben bezig om meer orde aan te brengen in mijn huis, nu de kids langzamerhand op kamers gaan.
Ik moet eerlijk toegeven dat het bij mij thuis niet altijd even netjes is. Aan tafel kunnen we pas eten als we de stapels boeken, kranten, oude acceptgiro’s en aanmaningen hebben opgeruimd. Niet het koken kost tijd, maar het opruimen van de tafel.
Op een bank kun je pas zitten als je de diverse laptops en telefoons hebt uitgeplugd en ontward. De snoeren verdwijnen meestal in de snoerenhoek, maar niet altijd, zodat we meestal onze opladers kwijt zijn. Die worden dan weer van de ander geleend of gejat, waardoor uiteindelijk niemand de juiste oplader op het juiste moment heeft.
Met ‘we’ bedoel ik de vaste en flexibele ploeg in ons huis. Dat zijn de kinderen, de reisgenoot, hun vrienden en mijn vrienden.
Er zijn hoopvolle systemen. Zo heb ik een boekenkast voor literatuur. Ooit stonden de boeken gerangschikt op schrijver, maar toen werden er boeken uitgeleend en gelezen voor literatuurlijsten. Het systeem verrommelde. Dochter had nog bedacht de boeken op kleur te ordenen en is daar ook mee begonnen, maar heeft het niet afgemaakt. Omdat de boekenplanken zo lekker ruim zijn, staan daar inmiddels onvergetelijke aandenkens aan mensen en plekken. Zoals een Spaans danseresje van mozaïek. Ook hebben de kinderen er een kerststal gemaakt van smurfen, playmobiel en een Ierse Leapergoan als herder, de ezel is een tijger.
Ik kreeg ooit een doos met bladmuziek van een buurman. Ik dacht: “ik zet hem zolang wel hier neer,” en schoof de doos onder de bank. Pas kwam ik hem weer tegen, zeven jaar later.
De kerstboom staat bij ons van november tot maart uit. Er komen steeds meer dingen in te hangen, aan het einde van het proces ook oplaadsnoeren van telefoons. Tegen die tijd breken we de boom af. “Waar ligt mijn anatomieatlas!” roept op dit moment mijn zoon die inmiddels geneeskunde studeert. Dochter vist hem achter de playstation vandaan, waar hij op wonderlijke wijze terecht is gekomen en wat dochter op nog wonderlijker wijze blijkbaar weet.
Er komt ook nog bij dat twee leden van de vaste woonploeg niet behept zijn met de meest gestructureerde geest. In de basis al niet, maar worden dochter en ik moe, dan gaan we nog meer door elkaar denken dan we normaal al doen. Ik ben een telefoon tegen gekomen in de koelkast en huissleutels in het zeepbakje van de douche. De Linda lag pas in de wasmand tussen de theedoeken. Ga zo maar door. We proberen echt te werken aan meer structuur. Overal in het huis hangen papieren met schema’s voor vanalles. De goede wil is er. Maar het werkt niet. Mari Kondo zou krijsend weg rennen als ze ons huis zou zien.
Misschien zijn wij inderdaad De Stampertjes. Maar wil ik dan zo’n huis waarin alles precies bij elkaar past, waar geen stoel verkeerd staat, zo’n huis wat je op elk willekeurig moment kunt fotograferen voor VT-Wonen? Zo’n huis waar de banken ver uit elkaar staan, op corona-afstand tot de derde macht, zeg maar, lekker ongezellig en individualistisch ieder op zijn eigen meubel? Dan toch liever ‘een beetje losjes’, zoals mijn broer ons huis ooit noemde. Ik woon liever in een biotoop dan in een showroom. En dat ik nu werk aan meer overzicht in deze biotoop, daar heb ik de hulp van de Reisgenoot voor.