huisdier
Ooit hadden de kinderen een kat het huis in gekletst. Er is destijds stevig onderhandeld. De eerste inzet qua huisdier was een leeuw, afgeroomd naar een aap, terug gebracht naar een hond, vooruit een chihuahua dan, en tenslotte werd het een kat. “ Straks mogen we nog niet eens een woestijnrat.” zei zoon ergens halverwege die onderhandeling. De deal was dat ik zou financieren en de zorg kwam volledig in handen van de kids. Zo geschiedde.
Er kwam een prachtige poes in huis, met een volmaakt grijs vachtje. Klein van stuk, altijd slank gebleven. Iedereen dacht dat het een raskat was. Dat zou in theorie kunnen, maar we hadden haar gewoon gevonden op Twitter. Hashtag poes hashtag kitten hashtag nestje. Haar naam werd Diva.
Warme vrienden zijn Diva en ik nooit geworden. We duldden elkaar. Er zijn momenten geweest van een meer innige band, dat was vooral als de kinderen er niet waren. In haar geval kwam de affectie dan ook door gebrek aan beter, en in mijn geval, tja, geen idee eigenlijk. Je kunt iets of iemand niet blijven afwijzen, daar ben ik nooit goed in geweest. Diva en ik zaten zo nog wel eens samen te netflixen, zij op schoot, ik hangend op de sofa.
Tot dat er verandering in de situatie kwam. Reisgenoot trok bij me in, de kinderen gingen uit huis. Diva bleef. Onze relatie bekoelde, zeker toen ze mijn spiksplinternieuwe peperdure pumps van Floris van Bommel had opengekrabt. Het geslijm van de poes raakte me niet langer. Ik gaf haar voer en zei tegen haar dat ze daar dankbaar voor moest zijn, na wat ze geflikt had met mijn schoenen, waar ik al twee jaar op had geaasd en die zij vakkundig had gesloopt. Preken hebben totaal geen invloed op katten. Weet ik ook wel, toch preekte ik. Het ergerde me daarnaast dat ze steeds op de schutting zat te lonken naar de kater van de buren. Die kater is een robuust en ruw beest, die wilde ik al helemaal niet over de vloer. De Reisgenoot bleek allergisch voor Diva, liep sniffend en snotterend door het huis als hij zijn anti-kattenallergiepil vergeten was. Ook al niet sexy. In het studentenhuis van Zoon in Amsterdam hadden ze last van muizen. De optelsom was gauw gemaakt. “Neem Het Dier mee,” zei ik, “ Het is tenslotte jullie huisdier.” En zo vertrok Diva naar Amsterdam.
Ons lieve prinsessekatje ontpopte zich in Amsterdam als een bloeddorstige killer. Er verschenen foto’s van Diva in de app, dat ze weer een muis had gedood, trots zittend naast haar verminkte prooi. Ze ontwikkelt een heel andere kant van zichzelf daar in Amsterdam. De studenten geven haar de volle aandacht, ze zijn dol op Diva. Diva is member of the team in Amsterdam.
En ik? Ik zou politiek correct kunnen zeggen hoe stil het is zonder haar, maar eerlijk gezegd mis ik haar niet. Ik denk zeker liefdevol aan haar terug, dat ze hier door het huis sloop of bij ons kwam zitten. Anderzijds: op dit moment hoor ik gekwetter van vogels in onze piepkleine stadtuin. Ik heb die vogels niet op twitter gevonden, ze komen zelf. Er hipt een vinkje op de schutting heen en weer. Die heb ik ten tijde van Diva nog nooit gezien.
lees ook: mensen, dieren en Diva