Widor en Farmsum in die andere wereld.

door | 12 september 2022 | beschouwend, Columns, Geen categorie, jurken | 0 Reacties

Er gebeuren in je leven heel veel dingen in het echt, die niet echt gebeuren. Wat ik hiermee bedoel?

Je zou nu het beste Widor aan kunnen zetten (link onder) en onderwijl doorlezen. Doe dat, het is sowieso magistrale muziek.  Voor de multidimensionale ervaring.

Vannacht klonk Widor. Ik was erbij toen het gespeeld werd. Ik liep met mijn vriendin Paula door een prachtig dorp in Groningen, aan zee. Het dorp had iets Italiaans, met trapjes en steegjes en ineens een open ruimte met een kerk zonder deuren.  De kerk stond wat hoger en vanuit de kerk klonk Widor. Ik zei tegen Paula, ik moet daarheen, ik zie je straks wel weer.

Ik klom met de trap omhoog. De open kerk was overvol. Ik wilde stilletjes ergens in een bank schuiven om te luisteren, maar de organist stopte met spelen. Iedereen keek naar mij. “Van zoveel schoonheid zijn we even stil,” zei iemand met een Groningse tongval. Ik trok een overdreven pruillip en iedereen moest lachen. Daarna hervatte het stuk weer. “Wel een beetje overdreven,” dacht ik bij mezelf “Ik ben 49, zo knap ben ik nou ook weer niet. Raar.”  Terwijl Widor klonk, legde de man naast me zijn hoofd op mijn schouder. Hij had krullen. “Wat moet ik hier nou weer mee, ik ken hem niet eens,” dacht ik.  Ik duwde zachtjes zijn hoofd weg, die hij daarna in mijn schoot legde.  Ongemakkelijk. Maar Widor was mooi.  We gingen naar de laatste maten toe. Vlak voor het stuk eindigde, stopte de organist, iedereen klapte. Maar het stuk was nog niet afgelopen! Toen langzaam de kerk leegliep en de organist langs het gangpad passeerde, de krullenbol lag nog steeds op mijn schoot, zei ik hard. “WIM VAN BEEK speelde het anders!  U miste de laatste maten!” Hij stond stil en keek naar mij. “Dat was de interpretatie van Wim van Beek,” antwoordde hij. Hij klonk een beetje arrogant. De kerk liep leeg, zelfs de krullenbol stapte op. Paula was nergens meer te vinden. Ik kwam erachter dat ik de laatste trein naar Groningen had gemist en dat ik hier in dit dorpje zou moeten blijven. Geen idee waar. De maan scheen en de mensen waren vriendelijk.

Tot zover mijn nachtelijke avontuur met Widor. Echt gebeurd, maar ontastbaar. Vol symboliek. Nu het andere verhaal van Widor, ook echt gebeurd, maar dan vroeger.

We rijden door het  Hogeland van Groningen op een smal weggetje door de akkers en velden. “Kijk,” wijst mijn moeder, “daar is het al.”  Als ik op mijn knieën op de bank achterin de auto ga zitten, kan ik door het raam kijken. Ik zie een kerkje opdoemen, midden in het niets. Het dorpje waar de kerk staat, heet Farmsum. We lopen naar binnen.  Binnen ruikt het naar oud en de plafonds zijn hoog, met bogen.  Ik ga op mijn rug liggen, mijn hoofd in de schoot van mijn moeder. De houten banken zijn hard, maar dat is niet erg.  Dan klinkt uit het  het orgel Widor, de hele kerk wordt gevuld met de muziek.  En terwijl ik naar de bogen van de kerk kijk, ontspint zich een spannend schouwspel op de noten van de muziek. Er is een leger kabouters dat heel hard op de vlucht is voor de machtige reus, die ze wil pakken. Ze rennen en rennen. De reus geeft niet op. Hij zet zelfs de pas in. Dit kon nog wel eens een hele tijd gaan duren, want de kabouters zullen niet stoppen met rennen en de reus niet met achtervolgen. Daarom veranderen de kabouters hun strategie. Ze bedenken dat ze vrede moeten sluiten met de reus, en ook de reus ziet in dat dit een eindeloos verhaal wordt. Langzaam maar zeker komen ze naar elkaar toe. Op hun hoede, voorzichtig. En dan, helemaal aan het eind, kruipen de kabouters op de reus. Ze moeten wel, want ze zijn ongeveer zo groot als zijn pink. Ze geven hem kusjes. Het is vrede tussen de kabouters en de reus.

 

 

levensles

Alles stroomt.

 

Partners

Vinted

Instagram