Wat je van koeien en sterren kunt leren.

door | 10 augustus 2020 | jurken, lange jurk | 0 Reacties

De Reisgenoot en ik hebben het mooiste huisje ter wereld gevonden, een tiny house in Frankrijk. Mijn neef Jan heeft er de hand in. Hij heeft een oude schuur omgebouwd tot droomhuisje, van een boom die midden in het schuurtje staat heeft hij een trap gemaakt naar de slaapzolder.

Dat ik een slechte slaper ben, is hier in mijn voordeel. ’s Nachts, als ik normaliter wakker word en ga liggen malen over niets, ga ik hier via de boomtrap (okay, er is geen andere route)  naar beneden en loop naar buiten. De klapdeuren staan altijd open. In je blootje sta je daar onder de eindeloze sterren.  Een mens onder het firmament. Je voelt je of nietig, of megalomaan. In het eerste geval weet je je een minuscuul onderdeel van een immens en onbevattelijk geheel van tijd en ruimte, in het tweede geval andersom: jij in je eentje op aarde, onder de sterren. Le petit prince:  dit is mijn planeet.

In de ochtend maak ik koffie. De koeien zijn naar boven gelopen. Ze staan nu naast ons, er is alleen een laag hegje vol krekels tussen ons in. Het zijn grote, wilde koeien, die het hele jaar buiten zijn. Er zijn drie springerige kalfjes. De kalfjes spelen met elkaar. Verder gaat iedereen haar eigen gang, kalm gras etend., Behalve als het gaat om de zorg van de kalfjes. Ze worden van tijd tot tijd tot orde geroepen, weg gehaald bij bepaalde plekken. Een koe lonkt naar de stier, geeft hem kopjes. Hij geeft weinig sjoege. Daar komen in de verte twee mensen aangelopen. Dat is uitzonderlijk, want dit is het midden van niets. Er is niet eens een pad. De groep kijkt er ook letterlijk van op, en staakt het eten.  Eén koe loopt naar voren, wappert met haar oren. Als de mensen verdwenen zijn, zijn de koeien nog steeds opmerkzaam. Ze lijken nu wél onderling contact te hebben en te communiceren, ze reageren op elkaar. Even later keert de rust weer en gaan ze verder met grazen. Aan ons zijn ze blijkbaar gewend, terwijl we op nog geen twee meter afstand zitten, first row, kopje koffie in de hand. Wij drinken koffie, zij grazen. Ze zijn tevreden. Ze zijn.

Ik drink nu mijn laatste slok. En tik dit stukje. Ik hoef helemaal niets. Ik ben ook niets, niet meer dan een stofje in het Al. Maar het is niet erg om een stofje te zijn. Als je maar bent.

 

lees ook: de tragische dood van een zonnebloem 

 

Plaats: Le Puy Ardouin. Foto:  Bart Leenders  

Jurk boven: Steps, onder, King Louis

 

facebook (ff liken!)

levensles

Alles stroomt.

 

Partners

Vinted

Instagram